Mannen castreren we niet, ook niet als ze zich vervelend gedragen. Bij honden doen we het wel. Castraties zijn de meestvoorkomende operaties die dierenartsen uitvoeren bij huisdieren. Waarom halen we bij onze aaibare huisgenoten zonder al te veel omhaal de ballen weg?
Castratie en sterilisatie bij honden
Exacte cijfers zijn er niet, maar naar schatting is ongeveer de helft van de honden hier gecastreerd. Zestig procent van de vrouwtjes, veertig procent van de mannetjes. ‘Bij zowel reuen als teven noemen we het castratie’, verduidelijkt dierenarts Karin Albers-Wolthers, specialistvoortplanting aan de Universiteit Utrecht. ‘Bij reuen halen we de testikels weg, bij teven verwijderen we de eierstokken.’
Hondeneigenaren hebben het nog weleens over sterilisatie, maar dat is iets anders: daarbij worden de zaadleiders of de eileiders doorgeknipt. Die operatie voeren dierenartsen veel minder vaak uit. Het is meer iets voor mensen, als ze bijvoorbeeld geen kinderen (meer) willen. Bij honden halen we de geslachtsorganen vaak rigoureus weg.
Beter gedrag na castratie
Ruim de helft van de gecastreerde reuen in Nederland verloor zijn ballen in de hoop dat het gedrag van het dier dan zou verbeteren. Dat liet een enquête zien die de dierengedragsdeskundige Pascalle Roulaux in 2020 afnam namens Wageningen UR, onder 491 eigenaren van een mannetjeshond. Niet-geholpen reuen hebben een slechte naam, vertelt ze.
De geruchten: tijdens het uitlaten stoppen ze continu voor een klein plasje, om zo hun territorium af te bakenen. Ze snuffelen de omgeving af op zoek naar loopse teven en zouden maar wat graag weglopen om ze te vinden. Komen ze een andere hond tegen, dan springen ze er al gauw achterop, en zijn reuen niet agressiever als ze nog intact zijn? Grommen, dreigen, tanden ontbloten, bijten? Een gecastreerde mannetjeshond zou juist extra knuffelig zijn. Dergelijke ideeën spelen bij veel hondenliefhebbers. Het bewijs is dun, zegt Roulaux.
Placebo-effect
‘Ik weet niet of het echt zo is’, reageert ook Albers-Wolthers, zelf een hondenliefhebber. Je zou het gedrag van duizenden honden van alle rassen moeten beoordelen voor je ze behandelt. Daarna castreer je een deel, bij een ander deel voer je een nepoperatie uit. En daarna kijk je opnieuw naar het gedrag, zonder zelf te weten of de dieren daadwerkelijk gecastreerd zijn. Is het verbeterd?
Zo’n studie is nooit gedaan. Tussen de achterpoten zie je ook meteen welke honden gecastreerd zijn. Een deel van de eigenaren merkt na castratie wel een verbetering, zegt Albers-Wolthers. De vraag is of dat komt door de ingreep. ‘Het kan ook komen doordat de hond ouder wordt. Misschien is de eigenaar na een cursus of op advies van een gedragsdeskundige anders omgegaan met de hond.’
Toeval speelt ook mee. En als eigenaar wil je na zo’n operatie graag een verbetering zien. Dan is de kans groot dat je het ook ziet, zelfs al is er in werkelijkheid geen verandering.
Mindek seksueel gedreven gedrag
Het klopt wel dat seksueel gedreven gedrag bij reuen afneemt wanneer ze geen testikels meer hebben. Net als bij de mens wordt bij honden het meeste testosteron aangemaakt in de ballen. Dat hormoon belandt via de bloedbaan in de hersenen en prikkelt ons, maar ook honden, om ons voort te planten. Haal je de testikels weg, dan keldert de testosteronspiegel.
Het aantal plasjes dat een reu pleegt kan afnemen en ze zijn wat minder bezig met welke andere honden er zoal in de buurt lopen, vertelt Albers-Wolthers. Ook het ‘rijgedrag’, waarbij een reu een andere hond bestijgt, kan verminderen. Maar het hoeft niet. En agressie neemt soms juist toe. Dat was het geval bij een op de vijf honden uit het onderzoek van Roulaux. Testosteron kan ervoor zorgen dat je zelfverzekerd bent, ook bij honden.
Dit gedrag zou dus moeten afnemen.
‘Wanneer het testosterongehalte daalt, kan een reu zich onzekerder voelen’, licht Roulaux toe. Zelf heeft zij zich ook ontfermd over een hond die angstig werd na zijn castratie. Een hond die minder zeker is van zichzelf, bijt eerder van zich af om toch maar te laten zien: met mij valt niet te sollen. ‘Hij werd agressief tegen andere honden.’
Lastige puberhond
Of castratie het gedrag van je hond echt verbetert, is dus nog maar de vraag. Maar als je het toch doet, wat is dan het beste moment? Een hond castreren voor de puberteit is in elk geval een slecht idee. ‘Grote honden kunnen gewrichtsklachten krijgen doordat de poten langer doorgroeien’, voorspelt Roulaux. En de hond maakt extra kans op een aantal kankervarianten. Botkanker bijvoorbeeld.
Eerst maar eens afwachten hoe de hond na de puberteit is, benadrukt Roulaux. ‘Het is onomkeerbaar.’ Wat als hij, of zij, ook dan niet te houden is? ‘Mijn advies is om er eerst een gedragstherapeut naar te laten kijken’, zegt Albers-Wolthers. ‘In wat voor situaties is de hond vervelend? Misschien heeft het niets met testosteron te maken. Dan gaat castreren dus niet helpen.’ Bovendien: het is meestal de eigenaar die een probleem heeft, niet de hond. Die is doorgaans gelukkig met zichzelf.
Reuen moet je niet castreren
Castratie is dus geen wondermiddel, zegt Roulaux. Eigenaren die hun hond lieten castreren vanwege hun gedrag zijn gemiddeld wat minder tevreden met hun huisdier, zag zij in haar onderzoek. ‘Eigenaren van intacte honden of van honden die om andere redenen gecastreerd zijn, zijn vaker tevreden.’ Of castratie gaat helpen, is maar slecht te voorspellen. Het karakter van het dier kan ook een rol spelen als een baas niet zo happy is. Of gebrekkige training, dat kan ook. Of het zijn simpelweg de raskenmerken waardoor de hond niet kan voldoen aan het ideaalbeeld van de eigenaar.
Van een stoere berghond die gefokt is om dagenlang zelfstandig een kudde te bewaken hoef je niet te verwachten dat hij een allemansvriend is, geeft Albers-Wolthers als voorbeeld. Of de eigenaar kan niet voldoen aan het ideaalbeeld van de hond, dat is ook mogelijk: ‘Bordercollies zien er leuk uit, ze zijn lief, niet te groot.’ Maar ze zijn ook superslim en heel actief. ‘Er zijn niet zoveel mensen die de hond de uitdaging kunnen bieden die ze zoeken.’
Raken ze verveeld, dan kan het gedrag ontsporen. De hond moet ‘geholpen worden’, dat hoor je nog altijd van dierenvrienden. ‘Er wordt te licht over gedacht’, zegt de dierenarts. ‘Als beroepsvereniging hebben we geconcludeerd: reuen moet je niet castreren. Tenzij ervoor een individuele hond zwaarwegende redenen zijn.’
Author: Mary Vazquez MD
Last Updated: 1699450442
Views: 1272
Rating: 3.8 / 5 (48 voted)
Reviews: 92% of readers found this page helpful
Name: Mary Vazquez MD
Birthday: 1940-01-16
Address: 50621 Richard Wells, New Adam, TN 95676
Phone: +4643468950800696
Job: Artificial Intelligence Specialist
Hobby: Reading, DIY Electronics, Quilting, Ice Skating, Cooking, Skiing, Card Collecting
Introduction: My name is Mary Vazquez MD, I am a rare, strong-willed, talented, brilliant, courageous, Precious, resolved person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.